Met smart customization kunnen we de concurrentie met de lagelonenlanden aan, zo valt vaak te beluisteren. In China lossen ze capaciteitsproblemen op door handjes bij te schakelen, wij doen het door engineering en productie slimmer te organiseren, bijvoorbeeld door integraal modulair opgebouwde productfamilies te ontwerpen. Daarmee kunnen machinebouwers snel en tegen een scherpe prijs hun klanten bedienen.
Het is een aantrekkelijke gedachte, maar ik betwijfel of de wereld (nog) zo overzichtelijk in elkaar zit. Want de lonen stijgen snel in landen als China, dus ook daar moet men slimmer gaan werken. En dat moet kunnen als er in de orde van tien tot de macht zes ingenieurs per jaar afstuderen. Mijn inschatting is dat de loonkosten in de machinebouw een marginale factor worden en technologie wordt ook steeds minder een onderscheidende factor. Zoals productietechnologie: die is in principe overal even duur en de kennis om die te benutten raakt ook steeds breder verspreid.
Kostenleiderschap en productleiderschap – om het bekende model van Treacy & Wiersema aan te halen – doen het ’m dus niet meer, blijft over relatieleiderschap als mogelijk beslissende factor. Onze ervaring is dat internationaal opererende machinebouwers wereldwijd willen werken vanuit één productplatform. Dat platform willen ze dus centraal ontwikkelen, waarbij ze er wel regionale varianten op kunnen maken. Het komt dan aan op customer intimacy, de klant goed kennen en ook diens klant, de eindgebruiker. En laat dat nu net iets zijn waar we in ons land goed in zijn. Dankzij goede industriële marketing weten tal van machinebouwers in uiteenlopende nichemarkten wereldwijd een leidende positie op te bouwen. Smart globilization op z’n Nederlands.
Bent u benieuwd hoe u de concurrentie met lageloonlanden aan kunt gaan? We vertellen erover in ons whitepaper Concurrentievoordeel met modulaire productfamilies.